Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank het beroep ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens het ontbreken van belang.
Belanghebbende, X, komt in bezwaar tegen een WOZ-beschikking 2016 van de gemeente Valkenswaard. De gemeente komt niet tegemoet aan de wens van X om telefonisch te worden gehoord. De gemeente belegt een fysieke hoorzitting, maar daar verschijnt X niet. In beroep stelt X dat de hoorplicht is geschonden. Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van X niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang. Dit omdat de WOZ-waarde door X niet wordt bestreden.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank het beroep ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens het ontbreken van belang. X had wel een belang bij het beroep, namelijk de vermeende schending van de hoorplicht. Het hof is van oordeel dat de WOZ-waarde door X zowel in bezwaar en beroep wel degelijk wordt bestreden. Het hof wijst op pagina 2 van het beroepschrift waar staat: “Doordat er geen hoorzitting heeft plaatsgevonden, zijn wij geschaad in onze belangen. Dit omdat de WOZ-waarde 2016 van de woning van belanghebbende is gehandhaafd.”. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en wijst de zaak terug naar de rechtbank.
Lees ook het thema Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 1:2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 5 oktober