Hof Amsterdam komt op basis van een exceptieve toetsing van de verordening afvalstoffenheffing tot een ander oordeel dan de rechtbank. De rechtbank heeft een deel van de verordening afvalstoffenheffing ten onrechte buiten toepassing gelaten op grond van exceptieve toetsing.

X woont op 1 januari 2021 samen met haar zoon in een woning. De aanslag afvalstoffenheffing wordt opgelegd naar een meerpersoonshuishouden (€ 412,20). Na de verhuizing van de zoon woont X nagenoeg het hele jaar alleen in de woning. X maakt bezwaar tegen de hoogte van de aanslag afvalstoffenheffing, maar de heffingsambtenaar ziet gelet op de tekst van de verordening geen ruimte om de aanslag te verminderen naar het tarief voor een éénpersoonshuishouden (€ 270). Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een heffing van afvalstoffenheffing naar een meerpersoonstarief op gespannen voet staat met het evenredigheidsbeginsel indien nagenoeg het gehele jaar sprake is van een eenpersoonshuishouden. De rechtbank laat op basis van exceptieve toetsing de Verordening afvalstoffenheffing deels buiten toepassing en vermindert de aanslag op basis van het tarief voor een éénpersoonshuishouden.

Hof Amsterdam komt op basis van een exceptieve toetsing van de verordening afvalstoffenheffing tot een ander oordeel dan de rechtbank. Het hof legt uit dat een rechter terughoudendheid past bij de toetsing van een gemeentelijke belastingverordening aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur als het zorgvuldigheids- en het motiveringsbeginsel. De beoordeling van wat bij – in dit geval – de gemeentelijke afvalstoffenheffing als uitvoerbaar heeft te gelden, komt bij uitstek toe aan het bestuur van de desbetreffende gemeente. Daarbij heeft mee te wegen het belang van de individuele burger bij een regeling die zo nauw mogelijk aansluit op zijn persoonlijke omstandigheden en het belang van de gemeenschap bij een regeling met lage (zo laag mogelijke) uitvoeringskosten. De financiële gevolgen van het ontbreken van een regeling om de aanslag gedurende het jaar te verminderen, zijn in een individueel geval betrekkelijk gering. Niet gezegd kan worden dat het gemeentebestuur niet in redelijkheid tot de huidige regeling had kunnen komen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet milieubeheer 15.33

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Editie: 15 november

Informatiesoort: VN Vandaag

146

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen