Belanghebbende, X, drijft een onderneming in het centrum van Harderwijk. Aan hem is een aanslag reclamebelasting opgelegd voor het jaar 2013.
Rechtbank Gelderland verklaart de verordening reclamebelasting 2013 van de gemeente Harderwijk onverbindend wegens strijd met het gelijkheidsbeginsel en het willekeurverbod. In de verordening is een vrijstelling opgenomen voor openbare aankondigingen in het inwendige gedeelte van een onroerende zaak. De heffingsambtenaar past deze vrijstelling alleen toe voor zover het niet gaat om aankondigingen die zijn bevestigd aan de ruit, maar dit is alleen vastgelegd in intern beleid. Gelet op de verschillende mogelijkheden om de bepaling uit te leggen is deze onvoldoende nauwkeurig, wat kan leiden tot willekeurige belastingheffing. Voor zover de uitleg van de heffingsambtenaar redelijk is, blijft sprake van ongelijke behandeling van gelijke gevallen, waarvoor de perceptiekosten geen voldoende (onderbouwde) rechtvaardiging vormen. Reeds om die reden is de verordening onverbindend. Ook is onderscheid in tariefstelling gemaakt tussen verschillende gebieden en naar de grootte van de aankondiging. De grond hiervoor is volgens de gemeente dat ondernemers in de gebieden met het meeste winkelende publiek het meest profijt hebben van maatregelen ter verbetering van het winkelklimaat. Dit kan het onderscheid in gebieden rechtvaardigen, maar niet dat naar de grootte van de aankondiging. Ook dit levert strijd met het gelijkheidsbeginsel op.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 9 januari