X betaalt € 2554 op een VA IB 2015. Na een wijziging van de VA moet zij € 9499 betalen. In de IB-aangifte 2015 brengt X € 6137 in aftrek voor premies afwikkeling oudedagsreserve. De inspecteur legt naar aanleiding daarvan weer een VA IB 2015 op. Ditmaal heeft X recht op een teruggaaf van € 1501. Op basis van de verstrekte informatie na een informatieverzoek stuurt de inspecteur een vooraankondiging afwijking van de aangifte. De definitieve IB-aanslag 2015 vermeldt recht op een teruggaaf van € 2585. De inspecteur komt er vervolgens achter dat hij per abuis de betaalde premies inkomensvoorzieningen van € 6137 niet heeft gecorrigeerd. Hij legt daarom een IB-navorderingsaanslag 2015 op met € 239 aan te betalen belastingrente. X is echter van mening dat zij slechts € 12 aan belastingrente moet betalen, omdat de inspecteur de correctie ter zake van de premies inkomensvoorzieningen eerder had kunnen doorvoeren.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X € 11 aan belastingrente moet betalen. De inspecteur heeft de belastingrente weliswaar tot het juiste bedrag en over de juiste periode berekend, maar hij heeft daarbij het zorgvuldigheidsbeginsel geschonden. Hij heeft namelijk geen rekening gehouden met de door X - vóór het opleggen van de primitieve aanslag - verstrekte informatie, waardoor de primitieve aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld. Het gelijk is aan X.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fc
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 31 juli