X komt in bezwaar tegen een bedrag aan te ontvangen invorderingsrente van € 0,47. In bezwaar verhoogt de invorderingsambtenaar dit tot € 1, maar weigert X de gevraagde bezwaarkostenvergoeding.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat een gemachtigde zich schuldig heeft gemaakt aan kennelijk onredelijk gebruik van het procesrecht door maar door te blijven procederen tegen een bedrag van 47 eurocent aan invorderingsrente. De invorderingsambtenaar van de gemeente Midden-Groningen had dit bedrag moeten afronden op € 1 en heeft dit in bezwaar ook gedaan, echter zonder X een kostenvergoeding te geven. De rechtbank is het hiermee eens, omdat het inroepen van rechtsbijstand in bezwaar voor 47 eurocent aan invorderingsrente niet redelijk is. De rechtbank veroordeelt X vervolgens in de proceskosten van de invorderingsambtenaar tot een bedrag van € 271 wegens kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Er zijn ook in het belastingrecht grenzen aan het gebruik van rechtsmiddelen door een belastingplichtige en zijn gemachtigde. X heeft in strijd gehandeld met het algemeen beginsel van behoorlijk burgerschap doordat hij het aanwenden van rechtsmiddelen voor een oneigenlijk doel heeft gebruikt, namelijk eigen financieel gewin voor de gemachtigde. De gemachtigde heeft ondanks het minieme financiële belang bezwaar gemaakt met als doel een nieuw besluit uit te lokken met de mogelijkheid van (procedurele) fouten van de invorderingsambtenaar. Het vermoeden van misbruik wordt bevestigd door de omstandigheid dat X de invorderingsambtenaar in gebreke heeft gesteld en heeft verzocht om een dwangsom toen de uitspraak op bezwaar uitbleef en bovendien over het uitblijven van een dwangsom ook nog bezwaar- en beroepsprocedures heeft gevoerd teneinde een nadere dwangsom te verkrijgen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 30 mei