Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwerpt onder verwijzing naar HR 29 januari 2016, nr. 15/00340, V-N 2016/7.17 de grieven van X bv tegen de crisisheffing.

Belanghebbende, X bv, betaalt in 2012 aan een werknemer een salaris van meer dan € 150.000. Op de loonaangifte over de maand maart 2013 heeft X bv een bedrag van € 6663 aan pseudo-eindheffing hoge lonen (crisisheffing) afgedragen. In geschil is of de crisisheffing in strijd is met het wettelijke systeem, het gelijkheidsbeginsel of art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwerpt onder verwijzing naar HR 29 januari 2016, nr. 15/00340, V-N 2016/7.17 (zie ook TaxVisions editie 5 februari 2016) de grieven van X bv tegen de crisisheffing. X bv heeft verder niet met zoveel woorden gesteld dat er in haar geval sprake is van een "excessive burden" waardoor geen redelijk evenwicht meer bestaat tussen het individuele belang van X bv en het gemeenschappelijk belang. De door X bv overgelegde cijfers geven de rechtbank geen aanleiding om te oordelen dat van een "excessive burden" sprake is. Het beroep van X bv is ongegrond.

Lees ook het thema Eindheffingen: Loonbelasting heffen van de werkgever.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 19 juli

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen