X is het niet eens met aanslagen watersysteemheffing van het Noordelijk Belastingkantoor.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de Kostentoedelingsverordening van Wetterskip Fryslân niet in strijd is met art. 14 EVRM of art. 1 Grondwet. Het waterschap heeft weliswaar gebouwde en ongebouwde onroerende zaken op een verschillende wijze gewaardeerd, maar dit verschil is in overeenstemming met art. 121 lid 1 onder d Waterschapwet. Het is ook goed te verklaren aangezien voor de meeste ongebouwde onroerende zaken geen WOZ-waarde wordt vastgesteld. Het verschil is dus gerechtvaardigd. De stelling van X dat het waterschap voor de verschillende categorieën twee verschillende peildata hanteert mist feitelijke grondslag. Verder leidt de Kostentoedelingsverordening ook niet tot een onredelijke of willekeurige belastingheffing. De wijze waarop de waardebepaling van ongebouwde onroerende zaken is uitgevoerd door Tauw leidt niet tot die conclusie. Het gelijk is aan het waterschap. Het beroep van X is deels wel gegrond omdat de heffingsambtenaar twee van de drie bezwaren ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in plaats van ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 31 maart