Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat geen van de partijen de WOZ-waarden van de drie bedrijfsobjecten van X bv aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank ziet geen ruimte om de WOZ-waarden zelf vast te stellen, ook niet door middel van schatting.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van drie onroerende zaken in de gemeente Boxmeer. Het betreft een autoshowroom/garage, een werkplaats/garage en een tankstation. In geschil zijn de WOZ-waarden 2016 van deze objecten.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat geen van de partijen de WOZ-waarden van de drie bedrijfsobjecten van X bv aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank ziet geen ruimte om de WOZ-waarden zelf vast te stellen, ook niet door middel van schatting. Dit omdat zij over te weinig relevante feitelijke gegevens beschikt. De rechtbank acht zich derhalve niet in staat zelf in de zaak te voorzien (zie HR 28 januari 2011, nr. 10/00648, V-N 2011/8.5). Daarbij betrekt de rechtbank ook de onduidelijkheid over de juiste objectafbakening van twee van de drie bedrijfsobjecten. De rechtbank verklaart het beroep van X bv gegrond en draagt de heffingsambtenaar op om opnieuw uitspraak op bezwaar te doen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 31 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen