Rechtbank Oost-Brabant vraagt om een vorm van rechterlijk toezicht in het bestuursrecht op niet-advocaten die als gemachtigden optreden.
Belanghebbende, X, stelt bij Rechtbank Oost-Brabant beroep in tegen een WOZ-beschikking 2023 van de gemeente Best. De rechtbank stelt partijen voor om de zaak zonder zitting af te doen. De gemachtigde van X verzoekt om een zitting, maar verschijnt zonder bericht van verhindering niet op die zitting.
Rechtbank Oost-Brabant vraagt om een vorm van rechterlijk toezicht in het bestuursrecht op niet-advocaten die als gemachtigden optreden. Door de handelwijze van de gemachtigde in deze zaak hebben zowel de rechtbank als de heffingsambtenaar nodeloos tijd besteed aan de zitting. De rechtbank heeft eerder de noodklok geluid over tekortschietend procesgedrag van gemachtigden in WOZ-zaken (Rb. Oost-Brabant 19 november 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:5516, V-N 2025/7.21), maar heeft nauwelijks instrumenten om daartegen op te treden. Op gemachtigden in het bestuursrecht is – behalve ten aanzien van advocaten – ook geen andere vorm van toezicht. In het civiele recht wordt dat toezicht door de kantonrechter uitgeoefend die een gemachtigde waartegen ernstige bezwaren bestaan desnoods voor langere tijd als gemachtigde kan weigeren. Het zou (de kwaliteit van) de rechtsbescherming ten goede komen als een dergelijke vorm van rechterlijk toezicht ook in het bestuursrecht mogelijk wordt op niet-advocaten die als gemachtigden optreden. De rechtbank wil de wetgever – die op (hopelijk) korte termijn het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb in behandeling neemt – in overweging geven hiervoor een wettelijke voorziening te treffen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 8:57
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 20 maart
Informatiesoort: VN Vandaag