Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank op goede gronden het herzieningsverzoek van X heeft afgewezen.

Belanghebbende, X, gaat in beroep tegen de WOZ-waarde 2005/2006 van zijn woning. De rechtbank verlaagt op 2 april 2007 de waarde van € 394.000 naar € 365.938 in verband met wateroverlast. In 2015 verzoekt X om herziening van de rechtbankuitspraak van 2 april 2007. De rechtbank wijst dit verzoek af. Dat de wateroverlast in het souterrain een waardedrukkend effect heeft op de WOZ-waarde van de woning was ten tijde van de uitspraak bekend en deze omstandigheid is kenbaar bij de uitspraak betrokken. Dat de wateroverlast, zoals X stelt, niet alleen door de hoge stand van het grondwater, maar ook door hemelwater werd veroorzaakt, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de uitspraak van 2 april 2007, indien dit bekend zou zijn geweest, anders zou hebben geluid.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank op goede gronden het herzieningsverzoek van X heeft afgewezen. Het hof oordeelt, evenals de rechtbank, dat niet voldaan wordt aan de voorwaarden uit art. 8:119 Awb op grond waarvan een uitspraak herzien kan worden. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:119

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 22 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen