X maakt bezwaar tegen een legesaanslag van de gemeente Zaanstad. In beroep is de ontvankelijkheid van het bezwaar in geschil.
Rechtbank Noord-Holland volgt het standpunt van partijen dat het bezwaar ten onrechte (kennelijk) niet-ontvankelijk is verklaard. X heeft namelijk tijdig bezwaar gemaakt. De rechtbank gaat niet mee in het verzoek van de heffingsambtenaar om de zaak inhoudelijk te behandelen. X heeft hiermee niet ingestemd. Verder is van belang dat a) de heffingsambtenaar nog niet alle stukken heeft overgelegd, b) dat niet duidelijk is of sprake is van dubbele legesheffing, c) dat mogelijk sprake is van strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur en d) dat de heffingsambtenaar ten onrechte aan het hoorverzoek van X is voorbijgegaan. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en wijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 25 maart