X is eigenaar van een hoekwoning met een vrijstaande garage gelegen in de gemeente Leidschendam-Voorburg. X bepleit verlaging van de WOZ-waarde 2015 van € 354.000 naar € 318.230.
Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van X tegen de WOZ-waarde 2015 ongegrond. De heffingsambtenaar heeft bij de waardering voldoende rekening gehouden met verschillen tussen de woning en vergelijkingsobjecten. Ten aanzien van de grieven van X tegen de in de matrix opgenomen vergelijkingsobjecten merkt de rechtbank allereerst op dat een vergelijkingsobject niet identiek hoeft te zijn aan het te waarderen object. Verder is niet aannemelijk geworden dat ligging in een andere wijk van een deel van de vergelijkingsobjecten en het bij één vergelijkingsobject bestaande verschil van 21 jaar in bouwjaren tot een waardevermindering zou moeten leiden. Het beroep van X op schending van het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel faalt. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Lees ook het thema over de WOZ.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 5 oktober