Rechtbank Zeeland-West-Brabant matigt in een WOZ-zaak de ISV wegens overschrijding van de redelijke termijn van € 500 tot € 50 per half jaar.

X is het niet eens met de WOZ-waarde 2020 van zijn woning. X bepleit een verlaging van € 185.000 naar € 166.000.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant matigt in een WOZ-zaak de ISV wegens overschrijding van de redelijke termijn van € 500 tot € 50 per half jaar. Daarbij acht de rechtbank bepalend dat het financiële belang in de regel minder is dan een bedrag van € 500 en de veronderstelde spanning en frustratie een vergoeding tot ten hoogste € 50 per half jaar overschrijding rechtvaardigt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft belanghebbende dan ook recht op een schadevergoeding van € 100 in verband met een termijnoverschrijding van 12 maanden. De rechtbank stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 170.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 20 april

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen