Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de gevraagde informatie en bescheiden in redelijkheid van belang kunnen zijn voor de vraag waar X woont en of hij binnenlandse belastingplichtig is.
X heeft de Nederlandse nationaliteit en is sinds 2004 getrouwd met een in Nederland woonachtige partner. X woont officieel in het buitenland. In 2014 tekenen zij een overeenkomst waarin wordt verklaard dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en dat de partner spoedig een verzoek tot echtscheiding zal indienen. De inspecteur start in 2018 een woonplaatsonderzoek, omdat X vanaf 2015 over een eigen huurappartement in Nederland beschikt en het veelvuldige gebruik van de creditcard van X in Nederland in de periode 1 december 2015 tot en met 5 september 2017. In geschil is of terecht een informatiebeschikking is afgegeven.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de gevraagde informatie en bescheiden in redelijkheid van belang kunnen zijn voor de vraag waar X woont en of hij binnenlandse belastingplichtig is. X heeft ten onrechte niet alle dagafschriften van buitenlandse betaalrekeningen en alle creditcardslips van zijn creditcardaccounts uit de periode 2013 tot en met 2018 verstrekt. Voor die jaren kan de bewijslast dus worden omgekeerd en verzwaard. Voor 2007 tot en met 2012 is daartoe geen reden. Het beroep van X is ongegrond. X krijgt een termijn van zes weken om de informatie alsnog te verstrekken.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 49
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 27 februari