Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de beperking van de heffing tot het centrum rechtmatig is. De gemeentelijke wetgever heeft namelijk in redelijkheid mogen veronderstellen dat de groep belastingplichtigen in het centrum van de opbrengst kon profiteren.

De heer X is eigenaar (medevennoot) van een winkelpand in Delfzijl. Aan het pand is een openbare aankondiging aangebracht, die vanaf de openbare weg zichtbaar is. In geschil is de aanslag reclamebelasting 2015 van € 400. De belasting wordt uitsluitend geheven in het centrum. De gehele opbrengst van de reclamebelasting wordt als gemeentelijke subsidie verstrekt aan de Stichting StadsMarketing Delfzijl (SMD). SMD beheert het ondernemersfonds van waaruit plaatselijke activiteiten worden gefinancierd om Delfzijl te promoten.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de beperking van de heffing tot het centrum rechtmatig is. De gemeentelijke wetgever heeft namelijk in redelijkheid mogen veronderstellen dat de groep belastingplichtigen in het centrum van de opbrengst kon profiteren. Het is niet van belang of de leden van deze groep, achteraf gezien, ook daadwerkelijk van de opbrengst hebben geprofiteerd (vgl. Hof 's-Hertogenbosch 23 maart 2012, nr. 11/00478, V-N Vandaag 2012/1024 en HR 1 maart 2013, nr. 12/02076, V-N 2013/17.1.8). Het doet er dus niet toe dat X tot dusverre nog geen gebruik heeft gemaakt van de geboden mogelijkheden, zoals het plaatsen van een link naar de eigen website of het indienen van een subsidieverzoek voor een evenement dat door hem is geïnitieerd. De stelling van X dat een dergelijk verzoek bij voorbaat kansloos is, is niet aannemelijk gemaakt. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 227

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 2 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen