Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de heer X niet de vereiste IB-aangifte heeft gedaan zodat de bewijslast ten nadele van hem moet worden omgekeerd. X stelt vergeefs dat hij in auto's en horloges handelde en dat hij daaruit de inkomsten zou hebben genoten.

Naar belanghebbende, de heer X, is in 2009 een strafrechtelijk onderzoek gestart. Het vermoeden bestaat dat X samen met twee zonen (zie nrs. 16/00043 en 16/00044) op grote schaal in ‘natte en droge' wiet handelt. Naar aanleiding van dit onderzoek is X in hoger beroep veroordeeld tot zes maanden cel. In de ontnemingsprocedure is het wederrechtelijk genoten voordeel op basis van het onverklaarbare uitgavenpatroon vastgesteld op € 250.565. In geschil is de IB-aanslag over 2008, waarbij zijn inkomen uit werk en woning is verhoogd met € 88.580. Rechtbank Noord-Holland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan zodat de bewijslast ten nadele van hem moet worden omgekeerd. X stelt vergeefs dat hij in auto's en horloges handelde en dat hij daaruit de inkomsten zou hebben genoten. Daar is namelijk geen enkele administratie van. X stelt ook vergeefs dat hij in detentie nog inkomsten zou hebben genoten en dat de inkomsten van € 250.565 dus op een langere periode betrekking hebben. Ook al zou X in 2008 volgens de inspecteur aantoonbaar slechts € 62.641 aan extra-inkomsten hebben genoten, dan nog is de schatting van € 88.580 redelijk. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 27 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen