Rechtbank Den Haag oordeelt dat de ambtshalve IB/Zvw-aanslagen berusten op een redelijke schatting. Bij het vaststellen van de aanslagen is namelijk acht geslagen op de loongegevens en de banksaldi van mevrouw X en op de onroerende zaken waarvan zij de eigendom heeft.
Mevrouw X doet vanaf 2010 geen IB-aangifte meer. In geschil zijn de ambtshalve IB/Zvw-aanslagen over 2013. De IB-aanslag is vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 102.000 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 56.899. De Zvw-aanslag is berekend naar het maximale bijdrage-inkomen van € 50.853. Voorts is vanwege het vierde verzuim een boete opgelegd van € 984. In bezwaar en beroep stelt X dat de aanslagen te hoog zijn, maar er zijn nimmer stukken overgelegd en ook op de zitting is zij niet verschenen.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de aanslagen berusten op een redelijke schatting. Bij het vaststellen van de aanslagen is namelijk acht geslagen op de loongegevens en de banksaldi van X en op de onroerende zaken waarvan zij de eigendom heeft. De banksaldi zijn in 2013 gestegen met € 19.386. De beleggingen zijn met € 482.239 in waarde gestegen. Gezien haar inkomen is deze toename niet te verklaren. Het beroep van X is ook ongegrond met betrekking tot de boete. Deze is namelijk opgelegd conform het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 8 juni