De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de regeling tot vaststelling van een tijdelijke tegemoetkoming voor Rijnvarenden (regeling tijdelijke tegemoetkoming Rijnvarenden) gepubliceerd.

Door deze regeling heeft een Rijnvarende onder voorwaarden recht op een tegemoetkoming indien op 30 juni 2022 onherroepelijk vaststaat dat de Rijnvarende in enig jaar in de periode 1 mei 2010 tot en met 31 december 2015 Nederlandse premie volksverzekeringen verschuldigd is en er in die periode ook premies op het loon van de Rijnvarende zijn ingehouden door de werkgever in de Rijnoeverstaat. De Rijnvarende heeft recht op een tegemoetkoming indien op grond van nationale wet- en regelgeving hij of zij niet in persoon in aanmerking komt voor restitutie van de ingehouden premies en restitutie van de ingehouden premies in de Rijnoeverstaat niet meer mogelijk is in verband met wettelijk vastgelegde termijnen.

De hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan het totaal van de premies die in enig kalenderjaar en gedurende de relevante periode door de werkgever op het loon van de Rijnvarende zijn ingehouden, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de totale vastgestelde verschuldigde premie volksverzekeringen over de relevante periode.

In de regeling zijn verder onder andere artikelen opgenomen over het recht op tegemoetkoming voor nabestaanden, de wijze van aanvragen van de tegemoetkoming voor uiterlijk 30 juni 2022 en de informatieverplichtingen van Rijnvarenden.

De regeling is 1 januari 2022 in werking getreden en vervalt met ingang van 1 juli 2023.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 17 januari

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen