Rechtbank Den Haag oordeelt dat X als regionale netbeheerder belastingplichtig is voor de precariobelasting.

Belanghebbende, X, is economisch eigenaar en aangewezen netbeheerder van gas- en elektriciteitsleidingen. De gemeente legt aan X een aanslag precariobelasting op voor de leidingen. X stelt dat zij ten onrechte is aangemerkt als belastingplichtige. Uit een grammaticale lezing van de verordening volgt volgens X dat zij niet belastingplichtig is, omdat ze niet een door de minister van Economische Zaken aangewezen netbeheerder is.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X als regionale netbeheerder belastingplichtig is voor de precariobelasting. X stelt op zich terecht dat zij niet een door de minister aangewezen netbeheerder is en zij op grond van art. 3 lid 1 van de verordening niet als belastingplichtige kan worden aangemerkt. X kan echter worden begrepen onder het begrip “andere gevallen” van het tweede lid van art. 3 van de verordening. Zij is daarmee toch belastingplichtig. De rechtbank verwijst naar de uitspraak van Hof Amsterdam van 5 september 2017, nr. 16/00529, V-N Vandaag 2017/2119 en daaropvolgende conclusie van A-G IJzerman van 28 juni 2018, nr. 17/04883, V-N 2018/41.24.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 16 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen