De Staatssecretaris van Financiën heeft in een beleidsbesluit de reikwijdte van het zogenoemde VAVO-arrest bij samenwerkingen nader toegelicht.

De Staatssecretaris van Financiën heeft de reikwijdte toegelicht van het op 22 januari 2016, nr. 14/02281, V-N 2016/6.16, gewezen zogenoemde VAVO-arrest. In het arrest oordeelde de Hoge Raad voor de situatie dat twee onderwijsinstellingen in samenwerking vrijgesteld onderwijs aanboden, onderwijsondersteunende diensten onderdeel kunnen zijn van de btw-vrijgestelde onderwijsprestatie die iedere onderwijsinstelling verricht in het kader van de samenwerking. Het arrest ziet op de toepassing van het zogenoemde leerstuk `eenheid van prestatie’.

Ieder beroep op het VAVO-arrest moet op zijn eigen fiscale merites worden beoordeeld aan de hand van de specifieke feiten en omstandigheden van het geval.

Het besluit treedt in werking op 5 september 2019 in werking en werkt terug tot en met 9 augustus 2019.

Lees ook het thema Onderwijsvrijstelling: vrijgesteld van btw of toch belast? Kijk ook een video over dit onderwerp op TaxVisions.nl.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 5 september

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen