Staatssecretaris Snel van Financiën heeft de reisbureauregeling in de omzetbelasting gewijzigd. Het nieuwe besluit vervangt en actualiseert het besluit van 17 juli 2014 (V-N 2014/42.10).
In dit besluit wordt een aantal vaak gestelde vragen beantwoord. Verder wordt verduidelijkt wanneer een ondernemer kwalificeert als reisbureau en wanneer er sprake is van een reisdienst als bedoeld in de reisbureauregeling. Daarnaast is opgenomen dat ook als een reisagentschap een bemiddelingsvergoeding ontvangt van een reisbureau voor het tot stand brengen van een reisovereenkomst, deze vergoeding wordt belast overeenkomstig de btw-heffing die geldt voor de onderliggende reisdienst. Aan de goedkeuring om het nultarief te mogen toepassen op het reisdeel dat binnen de EU ligt is de voorwaarde toegevoegd dat het reisdeel onderdeel moet uitmaken van een reisdienst in de zin van de reisbureauregeling. De paragraaf ‘Reizen met vertrekdatum vóór 1 april 2012 en terugkomstdatum ná 1 april 2012’ is vervallen. Vanwege het tijdsverloop heeft de hierin opgenomen goedkeuring haar belang verloren. Daarnaast zijn redactionele wijzigingen doorgevoerd.
Het nieuwe besluit treedt in werking op 29 augustus 2019.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 29 augustus