Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat er geen rechtsregel is die zich ertegen verzet dat het aantal dagen in de teller of in de noemer van de dagenbreuk wordt uitgedrukt in een niet-geheel getal. De A-G wijst daarbij op de jurisprudentie van de Hoge Raad.

X is een in Nederland woonachtige keeperstrainer. Hij verricht in 2018 in Saoedi-Arabië werkzaamheden voor de Saudi Arabian Football Federation (SAFF) en ontvangt daarvoor loon. In hoger beroep is onder meer in geschil welk artikel van het verdrag NL-Saoedi-Arabië van toepassing is en hoe de dagenbreuk moet worden toegepast. Daarbij stelt de inspecteur dat de reisdagen voor de helft in aanmerking moten worden genomen in de teller. Hof Amsterdam oordeelt dat keeperstrainer X geen overheidsdienst verricht en dus niet onder art. 19 van het verdrag NL-Saoedi-Arabië valt. X valt ook niet onder het sportersartikel. Vervolgens stelt het hof vast dat voor de dagenbreuk geldt dat de dagen waarop X voor de SAFF vanuit of naar Saoedi-Arabië is gereisd voor wedstrijden in andere landen wel meetellen in de teller van de dagenbreuk. Deze dagen worden dan aangemerkt als een (hele) dag waarop is gewerkt. Het gelijk is op dat punt aan X, die recht heeft op voorkoming van 73/158e deel van het loon. De staatssecretaris gaat in cassatie.

Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat er geen rechtsregel is die zich ertegen verzet dat het aantal dagen in de teller of in de noemer van de dagenbreuk wordt uitgedrukt in een niet-geheel getal. De A-G wijst daarbij op de jurisprudentie van de Hoge Raad. Uit het arrest dat door het hof is aangehaald, vloeit het tegendeel niet voort. Ook volgt uit de jurisprudentie van de Hoge Raad dat zowel de noemer als de teller kan zijn opgebouwd uit niet-hele (werk)dagen. Verder geldt voor een reisdag niet een specifieke regel voor toepassing van de dagenbreuk die afwijkt van het uitgangspunt daarbij dat in de teller van de breuk ter zake van een werkdag niet een groter deel van de dag in aanmerking wordt genomen dan het deel waarin de dienstbetrekking in de werkstaat is uitgeoefend. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep gegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Saudi-Arabië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 15

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Saudi-Arabië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 17

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Saudi-Arabië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 19

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Editie: 2 september

Informatiesoort: VN Vandaag

Instantie: Hoge Raad

583

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen