X ontvangt een aanslag IB/PVV 2018 en stelt dat het werkelijk rendement in box 3 niet positief is vanwege een groot verlies op cryptovaluta. In hoger beroep is in geschil of de box 3 heffing te hoog is.
Hof Amsterdam oordeelt dat de aanslag moet worden verminderd tot nihil, omdat X aannemelijk heeft gemaakt dat het werkelijke rendement op haar bezittingen negatief is. X krijgt een vergoeding voor de overschrijding van de redelijke termijn met 18 maanden waarvan 13 maanden worden toegerekend aan de inspecteur vanwege een lange bezwaarfase. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 19
Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 18
Wet inkomstenbelasting 2001 5.22