Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het aankopen, renoveren en verkopen in privé wordt gezien als resultaat uit overige werkzaamheden. Het is aannemelijk dat het de intentie van belanghebbende was verkoopwinst te behalen.

Belanghebbende is via B.V. A middellijk DGA in B.V. B. Verder is hij enig werknemer van B.V. A en B, met als werkzaamheden het opkopen, opknappen en verkopen van panden. In 2011 en 2012 koopt belanghebbende in privé twee panden. Het opknappen hiervan gebeurt namens B.V. B door belanghebbende zelf dan wel door derden onder zijn leiding. In 2012 en 2013 worden de panden verkocht. Belanghebbende neemt de panden niet op in de aangiften IB/PVV 2012 en 2013. De verkoopwinst wordt verantwoord in de aangiften Vpb. De inspecteur corrigeert de aanslagen IB/PVV 2012 en 2013 en neemt de verkoopwinst op als resultaat uit overige werkzaamheden. Belanghebbende gaat in beroep.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur de aanslagen terecht heeft gecorrigeerd. Op grond van de kennis en werkzaamheden van belanghebbende inzake zijn ondernemingen is aannemelijk dat het de intentie van belanghebbende was om de panden te renoveren en verkopen. Hierdoor is sprake van meer dan normaal vermogensbeheer. De verklaring van belanghebbende dat de panden waren bedoeld voor verhuur en als eigen woning is onvoldoende onderbouwd. Het beroep is deels gegrond.

Lees ook het thema De terbeschikkingstellingsregelingen

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.91

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 15 mei

53

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen