A is gehuwd met B. In 2015 wordt dit huwelijk ontbonden door echtscheiding. Op grond van het echtscheidingsconvenant van 2 december 2014 wordt de echtelijke eigen woning, inclusief de schulden, toegedeeld aan A. Tot de schulden behoren ook schulden van vóór 1 januari 2013, waarvoor geen aflossingsverplichting geldt. A gaat in 2015 samenwonen met belanghebbende, X. Op 4 mei 2016 verkrijgt X de woning volledig in eigendom. X brengt in 2015 en 2016 de hypotheekrente die in verband met de oude schulden is betaald, volledig in aftrek. De inspecteur is echter van mening dat de rente op de aflossingsvrije leningen niet volledig aftrekbaar is, omdat het overgangsrecht hierop niet van toepassing is.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de oude leningen voor A niet volledig als een eigenwoningschuld zijn aan te merken. A heeft deze leningen namelijk pas ná 1 januari 2013 van B overgenomen, zodat aan de aflossingseis moet worden voldaan om de leningen als eigenwoningschuld te kunnen aanmerken. Niet van belang is dat de oude leningen vóór 1 januari 2013 zijn aangegaan, dat A ook vóór 2 december 2014 al hoofdelijk aansprakelijk was voor deze leningen en dat deze voor haar vóór 1 januari 2013 geheel kwalificeerden als eigenwoningschuld. X kan de rente op de oude leningen niet volledig in aftrek brengen.
Wetsartikelen:
Besluit lijfrenten in de winstsfeer (vennootschapsbelasting) 3.119a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 12 mei