A-G Wattel concludeert dat X bv en Y bv niet aannemelijk maken dat aan de financiering van de acquisities in overwegende mate zakelijke motieven ten grondslag hebben gelegen. De inspecteur heeft de renteaftrek dan ook terecht gecorrigeerd.

Belanghebbenden, X bv en Y bv, behoren tot het C-concern. De topholding van het concern, dat verschillende vennootschappen in verschillende landen heeft, is het in Zuid-Afrika gevestigde C Ltd. In 2007 haalt C Ltd. $ 1 mld op via een aandelenuitgifte. Dit bedrag wordt rechtstreeks betaald aan Y bv. Boekhoudkundig en contractueel wordt het verwerkt via E Ltd. en F Ltd., op Mauritius gevestigde dochtermaatschappijen van C Ltd. F Ltd. leent het rentevrij van E Ltd. en verstrekt rentedragende leningen aan X bv en Y bv voor acquisities. De inspecteur staat aftrek van de rente op de leningen niet toe. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de rente op de door F Ltd. verstrekte leningen aftrekbaar is. Volgens de rechtbank lagen aan de gekozen wijze van financieren namelijk in overwegende mate zakelijke motieven ten grondslag. Hof Amsterdam oordeelt dat X bv en Y bv niet aannemelijk hebben gemaakt dat aan de gekozen financieringswijze in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag hebben gelegen. Het hof acht hierbij onder andere van belang dat door de contractuele/boekhoudkundige verwerking van het aangetrokken eigen vermogen als een rentedragende lening van F Ltd. aan X bv en Y bv, in Nederland een zeer aanzienlijke rentelast op vreemd vermogen is gecreëerd die de Nederlandse belastinggrondslag uitholt, terwijl de corresponderende rentebaten in Mauritius niet of nauwelijks worden belast. Het hof overweegt hierbij dat niet valt in te zien dat de zakelijke voordelen in beginsel niet evenzeer van toepassing (zouden) zijn op de instandhouding van een buitenlandse concerntak ‘via Nederland'.

Advocaat-generaal (A-G) Wattel concludeert dat X bv en Y bv aannemelijk moeten maken dat er geen overwegend verband bestaat tussen de omleiding via Mauritius van binnen concern aanwezig eigen vermogen en de financiering van de acquisities. Volgens de A-G hebben X bv en Y bv niet aannemelijk gemaakt dat de door F Ltd. aan hen verstrekte middelen door het concern niet zijn verworven met het oog op acquisities door X bv en Y bv. Aan de gekozen financieringswijze hebben dan niet in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag gelegen. De inspecteur heeft de renteaftrek terecht gecorrigeerd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 10a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 29 oktober

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen