Staatssecretaris Van Rij van Financiën kondigt een wetswijziging aan in verband met een reparatie van de lucratiefbelangregeling na het arrest van de Hoge Raad van 14 april 2023, V-N 2023/18.3. De wetswijziging maakt onderdeel uit van het Belastingplan 2024 en werkt terug tot 26 juni 2023.
In het arrest heeft de Hoge Raad beslist dat voor de economische vergelijkbaarheid van vermogensrechten met achtergestelde soortaandelen zoals genoemd in art. 3.92b lid 4 Wet IB 2001, aangesloten moeten worden bij de kapitaalseis dat de achtergestelde soortaandelen minder zijn dan 10% van het geplaatst aandelenkapitaal op grond van art. 3.92b lid 2 Wet IB 2001. De Hoge Raad heeft echter een beperkende overweging toegevoegd: ‘bij de overeenkomstige toepassing van het 10%-criterium moet alleen rekening worden gehouden met leningen indien en voor zover deze voor de toepassing van de belastingwetgeving als informeel kapitaal zijn aan te merken.’ Deze beperking leidt volgens Van Rij tot ongewenste gevolgen voor de uitvoeringspraktijk en de overheidsfinanciën.
Met het criterium dat de Hoge Raad nu geeft, ontstaat onduidelijkheid over bestaande posities en afspraken waarbij gebruik gemaakt wordt van leningen die niet als informeel kapitaal kwalificeren. Daarnaast kan het niet repareren hiervan in de toekomst leiden tot structuren waarbij de lucratiefbelangregeling wordt ontlopen.
De voorgestelde wetswijziging houdt in dat voor de beoordeling of sprake is van een lucratief belang mede wordt gerekend een lening die niet kwalificeert als informeel kapitaal.
Lees ook het thema Lucratief belang.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.92b
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 27 juni