Belanghebbende, X, vraagt op 29 september 2011 bij de gemeente Roermond een Nederlandse identiteitskaart aan. In geschil is of de gemeente terecht een bedrag aan rechten van € 43,75 van X heeft geheven. Nadat de Hoge Raad op 9 september 2011 legesheffing onmogelijk had gemaakt voor de identiteitskaart (nr. 10/04967, BNB 2011/257), heeft het Ministerie van Binnenlandse zaken op 22 september 2011 een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend om gemeenten weer rechten te laten heffen. Dit resulteert in de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (hierna: de reparatiewet). De wet heeft terugwerkende kracht tot en met 22 september 2011. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de reparatiewet geen zelfstandige grondslag biedt voor de legesheffing en dat gemeenten zoals de gemeente Roermond die hun (leges)verordeningen nog niet hebben aangepast aan de reparatiewet dus geen ID-leges kunnen heffen.
Advocaat-generaal IJzerman is van oordeel dat gemeenten na de indiening van de reparatiewet op 22 september 2011 op basis van deze reparatiewet rechten konden vragen voor de aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart. Dat betekent dat aanpassing van de (leges)verordening door gemeenten niet nodig was. De A-G meent dan ook dat het hof de reparatiewet in zoverre onjuist heeft uitgelegd en toegepast, zodat het daartegen gerichte middel van het College van B en W slaagt. Verder is de A-G van mening dat het verschil in tarief voor personen jonger en ouder dan 14 jaar geoorloofd is. Ook is de wetgever binnen de hem toekomende ruime beoordelingsmarge gebleven door aan de reparatiewet terugwerkende kracht te verlenen.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 17 december