Belanghebbende, X, vraagt op 19 oktober 2011 bij de gemeente Zeewolde een Nederlandse identiteitskaart aan. In geschil is of de gemeente terecht een bedrag aan rechten van € 43,85 van X heeft gevorderd. Nadat de Hoge Raad op 9 september 2011 legesheffing onmogelijk had gemaakt voor de identiteitskaart (nr. 10/04967, BNB 2011/257), heeft het Ministerie van Binnenlandse zaken op 22 september 2011 een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend om gemeenten weer rechten te laten heffen. Dit resulteerde in de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (hierna: de reparatiewet). De wet heeft terugwerkende kracht tot en met 22 september 2011. X stelt dat de gemeente Zeewolde geen leges mocht heffen omdat a) legesheffing op grond van de reparatiewet niet mogelijk is en b) de gemeente op 19 oktober 2011 haar legesverordening nog niet had gewijzigd zodat ook in zoverre geen grondslag bestond voor de legesheffing.
Advocaat-generaal IJzerman is van oordeel dat gemeenten na de indiening van de reparatiewet op 22 september 2011 op basis van deze reparatiewet rechten konden vragen voor de aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart. Dat betekent dat aanpassing van de (leges)verordening door gemeenten niet nodig was. De A-G meent dan ook dat het hof de reparatiewet in zoverre juist heeft uitgelegd en toegepast, zodat de daartegen gerichte klachten van belanghebbende falen. Verder is de A-G van mening dat het verschil in tarief voor personen jonger en ouder dan 14 jaar geoorloofd is. De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van X ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 18 december