Belanghebbende, X bv, verkoopt in 2007 een pand. De hierbij gerealiseerde verkoopwinst brengt ze onder in een HIR. De inspecteur stelt X bv er eind 2011 van op de hoogte dat hij voornemens is om de HIR in 2010 aan de winst toe te voegen. X bv antwoordt dat zij er voor kiest om voor het pensioen van de dga te reserveren. Bij het opleggen van de aanslag houdt de inspecteur er rekening mee dat de HIR vrijvalt. Hij houdt geen rekening met een pensioenreservering.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur de HIR terecht heeft laten vrijvallen. Verder staat de rechtbank geen reservering voor het pensioen van de dga toe. De rechtbank wijst er daarbij op dat goed koopmansgebruik reservering voor het pensioen voor de dga na afloop van het kalenderjaar niet toestaat. Nu X bv uiterlijk 31 december 2010 geen stellig voornemen had om pensioenuitkeringen te verstrekken aan haar dga, is reservering niet mogelijk. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 4 april