Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de met daytrading behaalde resultaten geen bron van inkomen vormen. De inspecteur slaagt er namelijk niet in om te bewijzen dat sprake is van een objectieve voordeelsverwachting.

Belanghebbende, X, werkt als daytrader in loondienst bij A BV. Vanaf 1 oktober 2013 verricht X de werkzaamheden als daghandelaar voor A BV in het kader van een samenwerkingsovereenkomst. Per 1 december 2018 geldt een nieuwe overeenkomst. X behaalt in de jaren 2016-2023 forse resultaten. In geschil is of deze met daytrading behaalde resultaten zijn aan te merken als winst uit onderneming.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de met daytrading behaalde resultaten geen bron van inkomen vormen. De inspecteur slaagt er namelijk niet in om te bewijzen dat sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. Volgens de rechtbank is een resultaat uit aan- en verkopen van aandelen in het algemeen louter speculatief van aard. De aan- en verkoop van de aandelen vindt namelijk plaats op een open markt en het koersverloop van aandelen is naar maatschappelijke opvattingen redelijkerwijs niet te voorspellen. Verder brengt de aard van de transacties ook mee dat de (hoeveelheid) verrichte arbeid geen enkele invloed heeft op het koersverloop van de aandelen. Ook acht de rechtbank niet van belang dat X vanaf 2016 tot en met heden met het totaal aan transacties ieder jaar een positief resultaat heeft behaald. Dit doet ook niet af aan het speculatieve karakter van de daytradingactiviteiten. De inspecteur heeft de werkzaamheden ten onrechte aangemerkt als belastbare winst uit onderneming c.q. resultaat uit overige werkzaamheden. Er is slechts sprake van belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Het gelijk is aan X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Wet inkomstenbelasting 2001 3.4

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 2 april

Informatiesoort: VN Vandaag

647

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen