Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur geen navorderingsaanslag mag opleggen omdat hij de uitworpredenen bij het opleggen van de aanslag niet nader heeft onderzocht. De resultaten van een FIOD-onderzoek naar bepaalde giften vormen geen nieuw feit dat navordering rechtvaardigt.

Belanghebbende, X, claimt in haar aangifte IB/PVV 2012 onder andere aftrek voor een gift aan de Islamitische Universiteit Europa (IUE). X ontvangt in 2013 een voorlopige aanslag, welke conform de aangifte is opgelegd. In 2017 legt de inspecteur een navorderingsaanslag met vergrijpboete en belastingrente op. Volgens de inspecteur vormen de resultaten van een FIOD-onderzoek naar giften aan de IUE een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. In geschil is of de inspecteur de navorderingsaanslag terecht heeft opgelegd en of de belastingrente terecht en tot het juiste bedrag in rekening is gebracht.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan en daarom niet meer kan navorderen. De inspecteur mag geen navorderingsaanslag opleggen omdat er geen sprake is van een nieuw feit of kwade trouw. Ondanks de uitworpredenen heeft de inspecteur de aangifte namelijk niet nader onderzocht bij het opleggen van de aanslag. Het beroep van belanghebbende is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 9 augustus

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen