Het EU-richtlijnvoorstel FASTER heeft geen invloed op de Nederlandse maatregelen en het onderzoek naar alternatieve maatregelen om dividendstripping tegen te gaan. Dat staat in de antwoorden van minister Van Weyenberg van Financiën op Kamervragen over de Geannoteerde Agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 13 en 14 mei 2024.
Het richtlijnvoorstel FASTER ziet op procedures voor de vermindering van overtollige bronbelasting en heeft geen invloed op de materiële wettelijke bepalingen van de lidstaten. Het doel van het richtlijnvoorstel FASTER is om de procedures voor de vermindering van bronbelasting te harmoniseren en bestendiger te maken tegen misbruik. Om dit te bewerkstelligen bevat het voorstel rapportageverplichtingen waarbij informatie gedeeld moet worden die misbruik van de bronbelastingprocedures moet helpen bestrijden. Het voorstel moet drempels wegnemen voor Nederlandse beleggers, waaronder institutionele beleggers als pensioenfondsen, om in andere lidstaten te beleggen.
Verder gaat de minister in op vragen over het EU-pakket BTW in het digitale tijdperk (ViDA). Als alle lidstaten instemmen met de laatste compromistekst, zijn de onderhandelingen afgerond. Het voorstel ziet op: (1) digitale rapportageverplichtingen en e-facturatie, (2) platformfictie voor kortlopende accommodatieverhuur- en personenvervoerdiensten aangeboden via platforms, en (3) de enkele BTW-registratie. Het voorstel leidt niet tot veranderingen in de BTW-tarieven, zoals die op dit moment in Nederland worden gehanteerd.
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Rubriek: Europees belastingrecht, Dividendbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 13 mei
Informatiesoort: VN Vandaag