X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland. In 2012 werkt X in loondienst op een binnenschip binnen de EU, voornamelijk in het stroomgebied van de Rijn. Volgens X heeft hij, op grond van het Belastingverdrag Nederland-België, recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet in aanmerking komt voor aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De rechtbank stelt daarbij vast dat X niet aannemelijk maakt dat hij in België op de Perseus en Orinoco heeft gewerkt, welke schepen volgens X eigendom zouden zijn van in België gevestigde ondernemingen. Ook maakt X volgens de rechtbank niet aannemelijk dat deze schepen geëxploiteerd worden door in België gevestigde ondernemingen. De rechtbank wijst er verder nog op dat uit de stukken van het geding blijkt dat gedurende de eerste helft van 2012 de Luxemburgse en gedurende de tweede helft van 2012 de Duitse sociale verzekeringswetgeving van toepassing is geweest op X. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 26 september