Aan X zijn door de gemeente Dantumadiel aanslagen afvalstoffenheffing (2021 en 2022) en rioolheffing (2022) opgelegd. X stelt in de bezwaarfase vergeefs dat bij deze heffingen de opbrengstlimieten zijn overschreden. In beroep stelt de heffingsambtenaar dat er voor de rioolheffing twee begrotingswijzigingen zijn geweest.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het bestaan van twee begrotingswijzigingen impliceert dat er in totaal drie onderbouwingen moeten zijn. Bij het verweerschrift is echter uitsluitend één ongedateerde ‘Kostenonderbouwing riolering 2022' overgelegd. Er kan dus geen koppeling worden gemaakt tussen de gewijzigde begrotingen enerzijds en de ramingen die de tarieven hebben bepaald anderzijds. Er wordt dus aangenomen dat de opbrengstlimiet is overschreden. De betreffende verordening is in haar geheel onverbindend, zodat de aanslag rioolheffing wordt vernietigd. Ten aanzien van de afvalstoffenheffing zijn subsidies aan verenigingen voor het ophalen van oud papier ten onrechte als kosten opgevoerd, omdat vaststaat dat zij dat niet meer doen. De baten overtreffen hierdoor de geraamde lasten met 3,3% (2021) en 3,0% (2022). De betreffende verordeningen zijn in zoverre onverbindend en de aanslagen worden dienovereenkomstig verminderd. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn in de bezwaarfase van 18 maanden krijgt X ook een immateriële schadevergoeding van € 200 (4 x € 50).
Wetsartikelen:
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Editie: 7 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag