Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de egalisatiereserve riolering van de gemeente Westerveld de facto een voorziening is (gebleven), zodat de dotatie aan deze egalisatiereserve aangemerkt kan worden als een last ter zake voor de rioolheffing.

Belanghebbende, X, is een woningcorporatie. Zij is het niet eens met een aanslag rioolheffing van de gemeente Westerveld.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de egalisatiereserve riolering van de gemeente Westerveld de facto een voorziening is (gebleven), zodat de dotatie aan deze egalisatiereserve aangemerkt kan worden als een last ter zake voor de rioolheffing. Dotaties aan bestemmingsreserves als een egalisatiereserve zijn in strijd met de regels uit het BBV. De egalisatiereserve van de gemeente Westerveld was eerst een voorziening en is toen omgezet in een bestemmingsreserve, echter niet met het oogmerk om het weerstandsvermogen van de gemeente te verhogen dan wel de mogelijkheid te creëren om de gelden voor andere dan rioleringsdoelen aan te wenden. Integendeel, in een gemeentelijke nota is expliciet vermeld dat de vrijval van de reserve niet ten gunste van de algemene middelen mag plaatsvinden. In 2015 heeft de gemeente de reserve weer omgezet in een voorziening en is deze ook daadwerkelijk aangewend voor egalisatie dan wel verlaging van de vanaf 2016 geldende tarieven. Ook in de jaarverslaggeving is de gemeente de egalisatiereserve altijd als voorziening blijven behandelen. De rechtbank oordeelt dat de dotatie aan de egalisatiereserve kan worden aangemerkt als last ter zake ondanks dat deze formeel gezien niet strookt met het BBV. De rechtbank oordeelt dat de marginale overschrijding van de opbrengstlimiet zonder gevolgen blijft en verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 15 september

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen