Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het risico op aardbevingen in dit geval geen reden is voor een verlaging van de WOZ-waarde.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaande woning gelegen in het aardbevingsgebied. De woning heeft te maken met lichte aardbevingsschade waarvoor de NAM/CVW een schadebedrag heeft vastgesteld van € 5843,60. X bepleit verlaging van de WOZ-waarde 2016 van € 168.000 naar € 145.000.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het risico op aardbevingen in dit geval geen reden is voor een verlaging van de WOZ-waarde. De gemeente heeft als onderbouwing woningen gebruikt die zijn verkocht in een periode dat het aardbevingsrisico voldoende bekend was. Bij de prijsbepaling hebben de kopers van deze woningen dus rekening gehouden met dit risico. De vraag of de referentieobjecten zelf een schadehistorie hebben vindt de rechtbank in dit geval irrelevant. Bij de woning van X is immers sprake van een relatief kleine (cosmetische) schade die inmiddels is hersteld. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 15 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen