X heeft een zakelijk gebruiksrecht van een vrijstaande woning die is gelegen in de gemeente Bergen. De eigendom van de woning heeft X ondergebracht in een stichting. In geschil is of de gemeente de WOZ-waarde terecht heeft vastgesteld op een bedrag van € 621.000.
Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat het risico van nieuwe bevingen in de gemeente Bergen moet leiden tot een lagere WOZ-waarde. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat verkoop van de woning problemen oplevert omdat eventuele kopers zich hierdoor zouden laten afschrikken, te meer omdat er na de peildatum twee woningen in de straat zijn verkocht. Het hof wijst er tevens op dat de WOZ-waarde van de woning van X bijna € 200.000 lager ligt dan de verkoopprijs van een vergelijkbare woning. Aldus is voldoende rekening gehouden met het door X gestelde achterstallige onderhoud en de aanwezige scheuren door vorige bevingen. Het hof gaat, gelet op de ficties van art. 17 Wet WOZ, voorbij aan het feit dat de woning moeilijk verkoopbaar is omdat de eigendom van de woning is ingebracht in een stichting en X daar kan blijven wonen zolang zij leeft.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 17 juni