X is het niet eens met vervolgingskosten die hem in rekening zijn gebracht in verband met het niet tijdig betalen van een drietal aanslagen milieuheffing. Rechtbank Rotterdam verklaart de drie beroepen van X na een vereenvoudigde behandeling niet-ontvankelijk wegens het uitblijven van de gronden van beroep. In verzet stelt X dat hij op de laatste dag van de termijn heeft geprobeerd de gronden van het beroep te faxen. Dit is niet gelukt door een faxstoring bij de rechtbank, aldus X. In een drietal uitspraken verklaart de rechtbank het verzet van X ongegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank ten onrechte voorbijgegaan is aan de onderbouwde stelling van X dat het faxapparaat van de rechtbank op de laatste dag van de termijn bij herhaling onbereikbaar was. Nu de rechtbank in correspondentie melding maakt van een faxnummer, mocht X er vanuit gaan dat de rechtbank op dit nummer bereikbaar is. Als dit niet het geval blijkt te zijn, dan is dat een omstandigheid die niet voor rekening en risico van de verzender komt, ook niet wanneer deze tot de laatste dag wacht met het verzenden van de motivering. De Hoge Raad concludeert dat de rechtbank het verzet van X in de procedure 12/1739 ten onrechte ongegrond heeft verklaard. In de procedures van X met de nummers 12/2330 en 12/2331 heeft de rechtbank in het geheel geen termijn gesteld voor verzuimherstel, zodat ook in die zaken het verzet ten onrechte ongegrond is verklaard. De Hoge Raad verklaart de drie verzetsprocedures alsnog gegrond en oordeelt dat de rechtbank het onderzoek moet voortzetten in de stand waarin het zich bevond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Algemene wet bestuursrecht 6:5