Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Roemeense fiscus Tomoiagă naar aanleiding van belastingaangiften niet als btw-plichtige hoeft aan te merken. Dit geldt ook als de fiscus aan de hand van de aangiften kan vaststellen dat Tomoiagă de vrijstellingsdrempel overschrijdt.

Cabinet Medical Veterinar Dr. Tomoiagă Andrei betreft een diergeneeskundige praktijk. Tomoiagă brengt geen btw in rekening voor de door hem verrichte diensten. Naar aanleiding van een controle stelt de Roemeense fiscus dat er sinds 1 januari 2007 geen vrijstelling meer geldt. Volgens Tomoiagă is echter pas sinds 2010 duidelijk dat de vrijstelling niet meer geldt. De Roemeense rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat de Roemeense fiscus Tomoiagă naar aanleiding van belastingaangiften niet als btw-plichtige hoeft aan te merken. Dit geldt volgens het HvJ EU ook als de fiscus aan de hand van de aangiften kan vaststellen dat Tomoiagă de vrijstellingsdrempel overschrijdt. Het HvJ EU merkt verder nog wel op dat de beslissing van de fiscus, om de diensten aan de btw-heffing te onderwerpen, moet zijn gebaseerd op duidelijke regels. Ook mag de praktijk van de fiscus bij een voorzichtige en bezonnen marktdeelnemer geen redelijk vertrouwen wekken dat deze diensten niet belastbaar zijn. Of daarvan sprake is, dient de Roemeense rechter te beoordelen.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 13 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen