Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Vădan geen recht heeft op aftrek van voorbelasting. Vădan kan namelijk geen facturen of enig ander document overleggen als bewijs van de door hem betaalde voorbelasting. De berekeningen van experts voldoen daartoe niet.

Lucreţiu Hadrian Vădan is projectontwikkelaar. In de periode 6 juni 2006-8 september 2008 realiseert hij een woningcomplex met 90 appartementen. Verder voert hij diverse onroerendgoedtransacties uit in de jaren 2006-2009. De Roemeense Belastingdienst stelt vast dat Vădan zich als btw-plichtige moet registreren. Vădan wordt vervolgens op 26 januari 2011 voor btw-doeleinden geregistreerd. Vanaf 1 augustus 2006 is hij btw-plichtig geworden. Aan Vădan wordt vervolgens circa € 1,3 mln aan btw, rente en boete in rekening gebracht. Vădan is echter van mening dat nog rekening moet worden gehouden met zijn recht op aftrek van voorbelasting. Aangezien de originele facturen ontbreken, beroept hij zich daarbij op. De Roemeense rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Vădan geen recht heeft op aftrek van voorbelasting. Het Hof van Justitie EU overweegt daarbij dat Vădan geen facturen of enig ander document kan overleggen als bewijs van de door hem betaalde voorbelasting. De raming die Vădan overlegt, en die is gemaakt in het kader van een door de rechter gelaste expertise, is daartoe onvoldoende.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 23 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen