Hof Amsterdam sluit zich aan bij het oordeel van de rechtbank dat het beroep van X niet-ontvankelijk is omdat X voorafgaand aan het beroep niet eerst bezwaar heeft gemaakt. X heeft zeer kort voorafgaand aan de zitting nog ruim 1000 pagina’s aan stukken ingediend bij het hof. Het hof beschouwt die stukken als tardief. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X komt in beroep tegen twee beschikkingen invorderingsrente. De invorderingsrente heeft betrekking op een drietal belastingschulden die X bij de Belastingdienst heeft. Rechtbank Noord-Holland verklaart de beroepen van X tegen de beschikkingen invorderingsrente niet-ontvankelijk omdat hij tegen deze beschikkingen eerst bezwaar had moeten maken. De rechtbank stuurt de beroepen als bezwaarschriften door naar de ontvanger.

Hof Amsterdam (V-N 2021/43.23.18) sluit zich aan bij het oordeel van de rechtbank dat het beroep van X niet-ontvankelijk is omdat X voorafgaand aan het beroep niet eerst bezwaar heeft gemaakt. X heeft zeer kort voorafgaand aan de zitting nog ruim 1000 pagina’s aan stukken ingediend bij het hof. Het hof beschouwt die stukken – die op het eerste gezicht geen verband houden met de ontvankelijkheid van het beroep – als tardief. Het belang van X bij het overleggen van deze stukken in een zo laat stadium van de procedure weegt niet op tegen het algemene belang van een doelmatige procesgang. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 30

Invorderingswet 1990 1

Algemene wet bestuursrecht 7:1

Algemene wet bestuursrecht 6:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 2 juni

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen