Belanghebbende, X, heeft bezwaar tegen de WOZ-waarde van zeven panden. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verlaagt in één uitspraak de WOZ-waarde van vijf panden en handhaaft twee WOZ-beschikkingen van bedrijfspanden in een andere straat. Alle panden zijn gelegen op hetzelfde bedrijventerrein. De heffingsambtenaar gaat in hoger beroep tegen vijf WOZ-beschikkingen. X dient vervolgens incidenteel hoger beroep in tegen de andere twee WOZ-beschikkingen.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X incidenteel hoger beroep mag instellen tegen de WOZ-waarde van de twee van de zeven objecten waartegen de heffingsambtenaar geen principaal hoger beroep heeft ingesteld. Het hof verwijst naar het arrest HR 10 april 2015, nr. 14/00528, V-N 2015/19.5. De heffingsambtenaar heeft de door hem verdedigde zeven WOZ-waarden voldoende aannemelijk gemaakt. Het hof verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep alsnog volledig ongegrond. Hof oordeelt verder dat aangezien de problematiek met betrekking tot de vijf objecten waarvan de waarde in bezwaar is verminderd, nagenoeg identiek is, er geen reden is om de zwaarte van de zaak zwaarder dan gemiddeld aan te merken voor de bezwaarkostenvergoeding.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 7 december