De Hoge Raad oordeelt dat niet van belang is waar degene die gelegenheid geeft tot deelname aan het kansspel is gevestigd, maar dat beslissend is waar de houder van dat spel is gevestigd. Ook met betrekking tot de saldering is het hof van een onjuiste rechtsopvatting uitgegaan. Volgt verwijzing.

De heer X woont in Nederland en speelt internetpoker via diverse websites, waaronder Pokerstars.eu en Fulltilt.eu. De aanbieders daarvan zijn op Malta gevestigd. Hun moedermaatschappij is gevestigd op het Isle of Man. X voldoet op aangifte kansspelbelasting en de inspecteur legt naheffingsaanslagen op. In geschil is of de aanbieders van de pokertoernooien zijn gevestigd in de EU (standpunt X) of buiten de EU (standpunt inspecteur). Als X gelijk heeft, dan is de heffing in strijd met het vrije verkeer van diensten. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt X in het gelijk. De niet-EU winsten worden voorts pro rata verminderd met de EU-verliezen. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de Maltese tak van de Rational Group die Pokerstars.eu exploiteert op eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid de feitelijke organisatie van het spel voor de Nederlandse spelers op zich heeft genomen. Het heffen van kansspelbelasting is in zoverre dus in strijd met het EU-recht (vrije verkeer van diensten). Het beroep van de inspecteur is gegrond met betrekking tot Fulltilt.eu en het deel van de bezwaren van X dat alsnog wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk wordt verklaard. Ook met betrekking tot het verrekenen van verliezen wordt de inspecteur in het gelijk gesteld. Slechts als in een bepaald tijdvak per saldo binnen de EU een verlies is geleden, dan kan dit negatieve saldo worden afgetrokken van de buiten de EU behaalde winst (zie HR 27 februari 2015, 14/03069, V-N 2015/14.26). De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat niet van belang is waar degene die gelegenheid geeft tot deelname aan het kansspel is gevestigd, maar dat beslissend is waar de houder van dat spel is gevestigd (zie HR 16 maart 2018, 17/02691, V-N 2018/16.22). De uitspraak van het hof geeft dus blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Uit het arrest 14/03069 volgt dat art. 1 lid 1 aanhef en onderdeel e Wet KSB (tekst 2009, thans art. 1 lid 1 aanhef en onderdeel d sub 2 Wet KSB) buiten toepassing moet blijven met betrekking tot de heffing over het positieve verschil tussen de in een kalendermaand gewonnen prijzen en de in die kalendermaand gedane inzetten behaald bij in andere EU-lidstaten gevestigde aanbieders. Als hierop een beroep wordt gedaan, dan moeten voor de in art. 3 lid 1 onderdeel c Wet KSB voorziene saldering alle in een tijdvak behaalde resultaten van via internet gespeelde kansspelen van in andere EU-lidstaten gevestigde houders van die kansspelen buiten beschouwing worden gelaten. Het hof heeft dat miskend. Het beroep van de staatssecretaris is gegrond. Volgt verwijzing naar Hof Amsterdam.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 56

Wet op de kansspelbelasting 3

Wet op de kansspelbelasting 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Kansspelbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 20 mei

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen