Holiday on Ice Services bv organiseert in de wintermaanden ijsshows. Voor de ijsshows maakt HOI bv gebruik van medewerkers met verschillende nationaliteiten, onder wie onderdanen van landen die niet behoren tot de Europese Unie (derdelanders). De medewerkers van de ijsshows, waaronder belanghebbenden, D. Balandin, een Rus, en I. Lukashenko, een Oekraïner, zijn een paar weken per jaar in Nederland om te trainen en te oefenen voorafgaand aan de verschillende shows. Een deel van de schaatsers verzorgt daarna in Nederland een aantal optredens, terwijl de overige in met name, maar niet uitsluitend, Frankrijk en Duitsland shows verzorgen. Het Svb geeft, tot 1 mei 2016, zogenaamde A1-verklaringen af voor deze derdelanders. Met de A1-verklaringen wordt vastgesteld dat de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving op hen van toepassing is. Ook de verplichte premiebetaling vindt dan plaats in Nederland. Volgens de Svb kunnen echter geen A1-verklaringen meer worden afgegeven voor de derdelanders, omdat ze niet woonachtig zijn in Nederland. De Centrale Raad van Beroep stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Balandin en Lukashenko zich kunnen beroepen op de coördinatieregels van EG-verordening nr. 883/2004 en EG-verordening nr. 987/2009 voor de vaststelling van de op hen toepasselijke socialezekerheidswetgeving. Het Hof van Justitie EU overweegt daarbij dat zij in dienst van HOI tijdelijk in verschillende lidstaten verblijven en werken, en dat zij zich legaal ophouden en legaal werken op het grondgebied van de lidstaten. Het Hof van Justitie EU merkt verder op dat noch de duur van de aanwezigheid van de derdelanders op het grondgebied van een lidstaat noch het feit dat zij het gewone centrum van hun belangen in een derde land behouden, als zodanig van doorslaggevende betekenis is voor de vaststelling of zij ‘legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijven’ in de zin van art. 1 EG-verordening nr. 1231/2010.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen, Internationale sociale zekerheid
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 25 januari