X verricht in opdracht van groente- en fruitbedrijven verpakkingswerk. Zijn eenmanszaak leent hiertoe personeel in van bv’s, waarvan hijzelf (aanvankelijk) enig aandeelhouder en bestuurder is. Uit onderzoek van de FIOD blijkt dat X jarenlang opdracht aan zijn boekhouder/mede-verdachte gaf om onjuiste aangiften voor de BTW en loonheffing te doen. Rechtbank Oost-Brabant veroordeelt X tot een gevangenisstraf van 30 maanden. X stelt in hoger beroep onder meer dat sprake is van ‘dubbele heffing’, omdat de correctie van afgetrokken voorbelasting zowel bij de bv’s als bij de omzet van de eenmanszaak is toegepast.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het benadelingsbedrag juist door de rechtbank is berekend. Het EU-neutraliteitsbeginsel geldt namelijk niet bij belastingfraude. Het maakt dus niet uit dat materieel gezien een ‘dubbele heffing’ plaatsvindt. Voor de loonheffing stelt de verdediging vergeefs dat het nadeel niet meer dan een ‘foutmarge’ van 10% zou zijn. De zwart uitbetaalde lonen moeten namelijk gebruteerd worden, waardoor de schatkist toch voor aanzienlijk meer is benadeeld. Gelet op het totale nadeel van ruim € 2 miljoen wordt een straf van 32 maanden in beginsel passend en geboden geacht, met dien verstande dat die in eerste aanleg wegens overschrijding van de redelijke termijn terecht al is gematigd met twee maanden.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 69
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 16 december