De inspecteur ontvangt op 28 juli 2011 een bezwaarschrift van X over het toepasselijke overdrachtsbelastingtarief bij de aankoop van een woning. Op 3 juli 2014 doet de Rechtbank Gelderland uitspraak. In verband met het verzoek van X om immateriële schadevergoeding, met betrekking tot de mogelijke overschrijding van de redelijke termijn, beslist de rechtbank om de zaak te heropenen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X recht heeft op schadevergoeding. Volgens de rechtbank is er namelijk sprake van overschrijding van de redelijke termijn. Hierbij overweegt de rechtbank dat de termijn niet wordt verlengd in verband met de ingewikkeldheid van de zaak, waar volgens de rechtbank namelijk geen sprake van is, of in verband met het feit dat de motivering van het bezwaarschrift geruime tijd op zich heeft laten wachten, omdat X een aantal relevante stukken pas op 10 januari 2012 heeft kunnen inzien. Wel houdt de rechtbank er rekening mee dat X pas op de avond voor de zitting een pleitnota van 25 pagina's heeft ingeleverd. De redelijke termijn is uiteindelijk meer dan een half jaar overschreden. Verder is de rechtbank nog van mening dat het feit dat het hof de zaak voortvarend heeft behandeld, geen reden is voor matiging van de schadevergoeding. Ook het feit dat aan X een dwangsom is toegekend, acht het hof geen reden voor matiging van de schadevergoeding. De rechtbank matigt de schadevergoeding uiteindelijk nog wel, omdat X de woning gezamenlijk met B heeft verkregen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:73