Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet een groter bedrag als negatief loon in aftrek kan brengen dan hij daadwerkelijk aan zijn gewezen werkgever heeft betaald, noch dat hij loonheffing kan verrekenen die niet door die gewezen werkgever is geheven.

X is door Stichting A op 29 mei 2012 op staande voet ontslagen. Bij dagvaarding heeft A schadevergoeding van X gevorderd, waaronder de gefixeerde schadevergoeding als bedoeld in de art. 7:677 jo. 7:680 BW. A heeft de toegewezen vordering met een bedrag verrekend dat X nog aan arbeidsbeloning van haar tegoed had. X heeft daarnaast in 2018 betalingen verricht die mede de gefixeerde schadevergoeding omvatten. In zijn aangifte IB/PVV heeft X het bedrag van de schadevergoeding als negatief loon gebruteerd en daarvan 52% aangemerkt als door A ingehouden loonheffing. De inspecteur heeft de enkelvoudige betaling als negatief loon in aanmerking genomen bij het opleggen van de aanslag.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet een groter bedrag als negatief loon in aftrek kan brengen dan hij daadwerkelijk aan A heeft betaald, noch dat hij loonheffing kan verrekenen die niet door A is geheven. X heeft geen gebruteerd bedrag aan loon betaald aan A, maar de schadevergoeding waartoe hij door de civiele rechter veroordeeld was. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.2

Wet op de loonbelasting 1964 10

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Loonbelasting

Editie: 30 september

Informatiesoort: VN Vandaag

28

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen