X houdt blijvend letsel over aan twee dienstongevallen, terwijl hij is gedetacheerd bij de Europese Politiedienst (Europol). Op basis van een interne rechtspositionele regeling krijgt hij later een lumpsum van € 172.195 vanwege zijn blijvende invaliditeit. X geeft deze niet aan in de IB-sfeer. In geschil is de navorderingsaanslag over 2012. Volgens Rechtbank Den Haag valt de lumpsum niet onder de interne belastingheffing van Europol en is deze dus belast loon uit vroegere dienstbetrekking. X gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat de lumpsum voortvloeit uit het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol, zodat deze in beginsel is onderworpen aan de interne belastingheffing van Europol. De lumpsum is niet onderworpen aan de Nederlandse IB-heffing, ook al is X sinds februari 2002 niet meer in dienst van Europol. Het maakt voorts niet uit dat X in 2012 niet was geregistreerd in de Protocollaire basisadministratie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het niet voldoen aan die meldplicht is namelijk geen voorwaarde voor het van toepassing zijn van de vrijstelling. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Wet op de loonbelasting 1964 3.81
Wet op de loonbelasting 1964 10
Wet inkomstenbelasting 2001 3.145
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 26 oktober