X houdt zich bezig met financiële dienstverlening (aangiften en toeslagen) en vertaalwerk. In geschil is of de inspecteur X terecht een informatiebeschikking heeft opgelegd wegens schending van de administratieplicht. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Belastingdienst terecht een informatiebeschikking heeft opgelegd vanwege de gebrekkige boekhouding van financiële dienstverlener X.
Hof Den Haag sluit zich aan bij het oordeel van de rechtbank dat X de administratieplicht heeft geschonden. Het hof verenigt zich met de beslissing van de rechtbank, maakt deze beslissing alsmede de gronden tot de zijne en voegt daar nog een aantal overwegingen aan toe. De handelwijze van X om een keer per week of twee weken contanten te storten bij de bank en vervolgens in een boekhoudpakket te verwerken en daaruit de omzet af te leiden vormt geen vervanging van een kasadministratie. Het Hof volgt evenmin het standpunt van belanghebbende dat registratie van de gewerkte uren niet van belang zijn, omdat op basis van prijsafspraken wordt gewerkt. Het hof oordeelt dat de informatiebeschikking terecht aan X is opgelegd. Of omkering van de bewijslast gerechtvaardigd is, is een vraag die in de onderhavige procedure niet kan worden beantwoord, doch slechts bij bezwaar en beroep tegen de aanslag.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52